10 juli 2019
Met een club fanatieke roeigekkies bestond al een aantal jaar het plan om het eiland een keer rond te roeien. Met wat navragen kwamen we er achter dat dit eerder gedaan is; door de Besjes in 2005. Er werd ons gelijk wel even bij uitgelegd dat het een helse tocht was, waardoor wij besloten dat er dan maar goed getraind moest worden. Er bleek echter, hoe beter de voorbereiding, hoe lastiger het was om een datum te prikken en alles mee te hebben. Het plan verdween een beetje naar de achtergrond, maar na de roeirace in Urk, in de kroeg, werd er weer leven in de appgroep geblazen. En hoe… 10 juli 2019, save the date. Er waren genoeg mensen in de app die mee konden doen, dus geen problemen voorzien. Naarmate we dichter naar 10 juli toe kwamen, was een ieder echter nog steeds nonchalant, ach, we zien wel hoe het loopt. Tot 9 juli dan, want schijnbaar waren er een paar toch wel redelijk vastbesloten dat we gingen, bleek de route uitgestippeld en de bemanning bijna compleet. We misten nog 1 SB roeier, maar na enige moeite was ook die gevonden. Het ging dus door… Op de valreep (lees: sluitingstijd van de Spar) werden er nog bananen, flessen, pannekoekenmix, Snickers en andere benodigdheden ingeslagen. Om tien uur volgde er een berichtje, er bleek 1 roeier helaas geen vrij te kunnen krijgen voor de tocht. Jammer maar helaas, ondergetekende (die om eerlijk te zijn, niet heel rouwig was) trok nog een lekker Coronaatje open; daar komen we goed weg. Tot er om elf uur nog een berichtje kwam, er is een roeier gevonden!!! It giet oan!
Kwart voor acht was er afgesproken op de jachthaven om de sloep te water te laten. Met laag water natuurlijk, want dat zit nooit mee. Er moesten nog wat voetenbankjes goed gezet worden en tegelijkertijd keken er enkelen argwanend naar de vlaggen op de jachthaven. Het waaide behoorlijk, is dit echt een verstandig idee? Verstandig is het toch niet, werd het weggelachen. En die donkergrijze wolken dan die er aan komen? Neehoor, pas rond een uur of drie, als we bij Oosterend zijn, gaat het regenen. Verder zijn alle excuses de revue gepasseerd, maar puntje bij paaltje, vertrokken we met de Egbert Wagenborg, om 0832 met de tocht der tochten. Aan boord waren een ervaren stuurman, drie mannen van de Gouteyck, één dame uit de West Arvada en vier oud roeisters van de Wagenborg. Een divers gezelschap, nog nooit samen getraind en sommigen compleet ongetraind. Ach, de ervaring was er wel en trainen voor zo iets is toch niet te doen. Gezellig was het, stroompje mee, muziekje op, iedereen kletste wat bij en we hadden direct een zeehond gespot. Niks aan het handje! Voor we het wisten waren we een uurtje verder en op de kop van het eiland.
Na een korte pauze, de puntjes weer in het water en door naar het Thomas Smit gat. Vanaf hier hadden we de stroom en de wind mee, en van dik hout zaagt men planken dus het ging als een trein. Er stond behoorlijk wat swell en dat was een pracht. Mooi beuken door de lange golven en af en toe wat flinke klappen die het adrenaline gehalte omhoog brachten. “Nog een klein stukje en dan zijn we er vanaf!” riep de stuurman en snel daarna “Daar komt nog een dikke!!” Enkelen keken achter zich en zagen een groene muur van water met een witte schuimkraag op zich af komen. Steil omhoog en een klap van jawelste, is iedereen goed? Er was een flinke berg water de sloep in gekomen, maar dat houdt je een beetje wakker! Gelijk maar weer door, alleen bleek het roer door de klap uit de houder te zijn gekomen. Met wat DP’en om de sloep met de punt in de golven te houden en Esther die voor 7/8 buiten boord hing, was na wat gepriegel het roer weer klaar om verder te gaan. Toch wel gaaf dat roeien op zee, je wordt er alleen wat vochtig van.
Na deze korte onderbreking roeiden we rustig verder. Al snel kwam de strandtent bij paal 8 in zicht en vanaf daar heb je telkens wat herkenningspunten. De Noordzee ging perfect, toen we een HT erop hadden zitten waren er wel wat spieren te voelen en enkele blaren gesignaleerd, maar het ging nog steeds als de brandweer. De eerste plaspauzes waren een feit, de één overboord en de ander op een hoosblik, droog toiletpapier uit plastic zakjes, we hadden het prima voor elkaar. De eerste bui was trouwens ook al op ons dak gevallen, dat “het gaat pas om drie uur regenen” bleek niet helemaal waar te zijn, maar we concludeerden dat het eigenlijk prima roeiweer was. Toch waren we ons wel bewust dat het windkracht 4/5 was, uit het zuidwesten en we hem nu dus precies in het kontje hadden. Oftewel, de terugweg zouden we hem schuin voor de kop hebben en zou het heel wat minder gemakkelijk gaan. Maar goh, we waren lekker bezig en hadden het drenkelingenhuisje al in zicht. Vanaf daar is het niet meer zo ver naar het Amelander gat en dus waren we qua kilometers op de helft. Het Amelandergat zouden we stroom tegen wind hebben, dus puntige golfjes en dat is meestal geen makje met een kuikensloep. Een laatste pauze met zijn allen om nog even wat te eten en we waren klaar voor een stukje bikkelen. We zijn niet vergeten om een selfie te maken met de vuurtoren van Ameland, want zoals we al tegen elkaar zeiden, we hadden niet verwacht dat het zo ver zou komen dat je je eigen riem en de vuurtoren van Ameland tegelijkertijd kon bekijken.
Dat bikkelen was behoorlijk pittig, maar ging verrassend goed. Het bleek niet altijd makkelijk om een tussenweg te vinden tussen energie sparen en vooruit komen met harde wind tegen. Het ging allemaal best prima, maar aangezien een groot deel van de sloep was ingestapt zonder enige voorbereiding, wist niet iedereen dat de Koffiebonenplaat 50 km lang was. Althans, zo voelde het, want na het hoekje mochten we van Stijn een pauze nemen en dat duurde uren. De verwachting was dat als we het hoekje om waren, we de wind wat gunstiger hadden. Helaas bleek niets minder waar. Waar hij eerst over de stuurboord boeg kwam, kwam hij daarna over de bakboord boeg. Gezamenlijk een slokje doen, een hapje eten en lachen om elkaars toiletbezoeken bleek verleden tijd. Het leek wel of we dichter bij de kust waren dan bij Terschelling en we waren wanhopig op zoek naar herkenningspunten. Inmiddels was de regen weer terug van weggeweest en op enkele jolige bruine vloot schippers die ons een sleepje aanboden (die uiterst onvriendelijk te woord werden gestaan trouwens), waren we de enigen die zich “voor de lol” op het wad bevonden. Uiteindelijk hadden we het einde van de stuifdijk herkend, een stukje verder zagen we de strandovergang op de Boschplaat en ook de bosjes van de laatste eendenkooi waren in beeld. Top! Vanaf daar is het een kilometer of twee naar de Wierschuur, dan nog een kilometer tot Oosterend en dan wisten we de weg! Of het een fata morgana betrof of dat het een soort Griend tijdens de HT was, zijn we nog niet over uit. Feit blijft dat die bosjes maar niet dichterbij kwamen. Dit was het punt waar iedereen zichzelf begon te vervloeken en we er allemaal doorheen zaten.
Waar de toiletbezoekjes eerder keurig werden afgehandeld, iedereen netjes weg keek en er nog werd geprobeerd alles zo schoon mogelijk achter te laten, was het nu meer een kwestie van een brul “Wie heeft het hoosblik?” waarna de laatste gebruiker zich al roeiend voorover boog, het hoosblik een zwieper gaf naar de persoon met hoge nood, die dan vervolgens met één arm om een bankje, met de broek op de enkels, al slingerend probeerde zijn behoefte te doen in een veel te klein emmertje. In acht nemend dat het hoosblik geen onbeperkte ruimte bood en je amper op de been bleef, was dat geen gemakkelijke taak en moest er soms voortijdig worden afgeknepen. Er werd echter nog steeds netjes doorgespoeld; met de broek nog steeds op de enkels werden er gevaarlijke capriolen uitgehaald om het toilet schoon te spoelen in het zeewater. Bijzonder toch, hoe je in dit soort situaties vertrouwd wordt met het zicht op elkaars achterwerk.
Af en toe werden de boxen nog maar eens aangeslingerd in de hoop de moraal wat op te vijzelen. Ik heb af en toe gedacht aan “De Dodenrit” van Drs. P, die ondanks zijn inspanning en offers, Omsk nooit heeft bereikt. Dat zal ons niet overkomen dacht ik steeds, nu we hieraan zijn begonnen zal ik het afmaken of ze kunnen me bij Ameland van boord halen, want eerder stop ik niet met roeien. En gelukkig zaten er nog 7 bikkels in de sloep die exact hetzelfde dachten. We bleven elkaar motiveren, maar we hebben het hier ontzettend zwaar gehad. En nog steeds kwamen die bosjes niet dichterbij. En het regende ook nog steeds. Roeien is een leuke sport, tenzij je aan het roeien bent, het bleek weer eens meer dan waar.
Na wat een eeuwigheid leek te duren, waren de bosjes dan eindelijk aan onze stuurboordskant. We hadden al in ons hoofd bedacht dat het dan nog +/- 18km zou zijn. Helaas bleek onze snelheid aardig ingekakt en zou dat nog een uur of drie roeien zijn. DRIE UUR? We waren inmiddels 7.5 uur aan het roeien en door de regen en alle over komende golven was iedereen zout en doorweekt, wat de blarengroei en schuurplekken flink bevorderde. Er werd al flink gesmeerd met vaseline, maar dat zijn helaas korte termijn oplossingen. Onze karakters werden flink op de proef gesteld, want als alles pijn doet, je nog steeds keihard je best doet om die sloep vooruit te trekken en je snelheid bijna nul is, is het niet zo heel erg leuk meer. Toch mag worden gezegd dat op zo nu en dan een brom na, de sfeer in de sloep prima was.
De Wierschuur bleek net zo’n hallucinatie als de bosjes van de laatste eendenkooi, want ook hier was niet voorbij te komen. Gelukkig regende het nog steeds en was de wind aangetrokken tot een ruime 5, de golven kwamen lekker schuin waardoor we flink schommelden en eigenlijk was het helemaal niet leuk, maar zo konden we wel de sloep uit stappen met een ruig verhaal. Roeien is leuk! Na een lang gevecht konden we eindelijk zeggen dat we ter hoogte van Oosterend waren en zijn we iets dichter naar de dijk gegaan. We zagen tot onze verbazing dat we gewoon vooruit gingen, want zo voelde het absoluut niet. De kerk van Hoorn kwam ook in zicht en voor we het wisten zagen we een wit bestelbusje de dijk over komen. We waren te ver weg om deze fans te kunnen herkennen, maar door het busje hadden we wel een idee wie het kon zijn. Supergaaf dat we dus gevolgd werden op de livetracker! Het leek wel of het weer ineens wat mee ging zitten, in plaats van regenen ging het druppen en er was een verborgen potje energie aangebroken. De molen in Formerum was nu ook in zicht, dus de Riepelboei kon niet ver weg meer zijn. Ongelofelijk, normaal heeft iedereen de pest in als je met een training naar de Riepel moet, en nu zagen we er naar uit om hem te zien, want dan waren we bijna thuis!
In het rijtje bosjes van de eendenkooi en de Wierschuur kon echter ook het dorp Midsland worden toegevoegd. Wisten jullie dat dat dorp in werkelijkheid 30km lang is met wel 100 kerktorens? We kwamen er weer niet voorbij en dat was ontzettend frustrerend. We hadden echter wel de smaak te pakken, er werd weer lekker gehangen en het leek bijna meer op een training dan een roeitocht waarmee we al een geruime 9 uur bezig waren. Of was het al 10 uur? Het avondeten gingen we in ieder geval niet meer redden, maar we durfden steeds meer te geloven dat we dit uit zouden roeien en er een einde aan zou komen. Af en toe werd er nog steeds wel wat gefluisterd en gemompeld over spijt, kutweer en ik doe dit nooit weer, maar over het algemeen was er te spreken over een goede moraal.
Uiteindelijk zagen we dan de Riepelboei en kregen we spontaan last van kanaalkoorts. Dit kennen we! We komen zodra langs de staken en aan het einde van de staken zijn we er haast. Bijna iedereen zat permanent over zijn linkerschouder te kijken in plaats van naar de riem, waar blijft de campus, de zeevaartschool, de jachthaven en de Koegelwieck? We roeiden het snot voor de ogen en dat was te merken, we kregen een vaart waarmee je een sprintwedstrijd zou kunnen winnen en kwamen bijna in plané. Het is toch altijd verder dan je denkt, want het duurde nog een lange poos voor we het verlossende woord hoorden; de oude campus is in zicht! Dit was heerlijk roeien, tenzij er iets ergs zou gebeuren zouden we het gewoon halen! De laatste kilometers gingen prima voor zover je nog prima kan roeien na bijna elf uur aan een stuk hout trekken. Het moment dat we eindelijk tussen de havenhoofden in waren was een ontzettende opluchting, maar vooral een kippenvel moment. We hadden het gewoon gehaald!!
Toen we ’s ochtends weg gingen waren er niet veel mensen op de hoogte van onze tocht. We hadden eigenlijk niets voorbereid en of je zo’n eind roeien volbrengt is nog maar de vraag. Echter bleek dat gedurende de dag, er een heleboel mensen aan de link van de livetracker waren gekomen. Al deze mensen hebben de hele dag zitten refreshen en hebben ons op de voet gevolgd. De eerste supporter stond op de dam foto’s te maken en op het Doeksen terrein stond TerschellingTV en een paar vrienden en familie ons op te wachten. Super, dat zeiden we nog tegen elkaar! Gaaf hoor, en zo lief ook! Rustig maar richting het sloependokje peddelen dan? Er werd nog een bruine vloot schipper volledig door ons afgezeken die dacht grappig te zijn en toen waren we er bijna.
We kwamen voorbij het laatste bruine vloot schip en toen hoorden we een toeter! En gejuich en geschreeuw en geklap! Een snelle blik over onze schouders zag dat er een hele berg toeschouwers op ons stond te wachten! Wat was dat ontzettend gaaf, wat superlief en leuk dat er zoveel mensen met ons hebben meegeleefd. Dit was het echte kippenvelmoment waar stiekem wat traantjes zijn weggepinkt. Het was een waar heldenonthaal en dat was de allerbeste pleister die je op lekke blaren, kapotte billen en schuurplekken kunt plakken. Onze dank is enorm groot! Wat heerlijk dat de sloep wordt vastgelegd en je direct een koud pilsje in de hand kan nemen. Van de Terschellinger Roei Vereniging hebben we een grote Terschellinger vlag in ontvangst mogen nemen, waar we allemaal onze naam op hebben geschreven. Deze zal een grote lijst en een mooi plekje krijgen.
Het zit er echt op! We hebben bijna elf en een half uur geroeid en ongeveer 75km gemaakt. Na wat welverdiende biertjes is iedereen vroeg afgetaaid en in een diepe slaap geraakt. Ik hoef jullie vast niet te vertellen hoe ontzettend zeer het wakker worden deed! Ik denk dat de mensen ons voorlopig aan onze houding kunnen aanwijzen als “één van de gekken die meedeed met Rondsje Terschelling 2019”, maar ik kan een ieder zeggen, het was verschrikkelijk gaaf en hij kan afgevinkt worden van de lijst.
WE DID IT!
Stuurman: Stijn Heeroma
SB1: Esther Zeilstra
BB1: Boris Kok
SB2: Maas Penninkhof
BB2: Iris de Boer
SB3: Bart Poppe
BB3: Liesbeth Kortenhoeven
SB4: Jo-Anna Damstra
BB4: Carolien Nonnekes