Kaagrace 2018
Na al het roeigeweld van afgelopen april en mei, waarin binnen 6 weken 5 wedstrijden werden afgewerkt, viel er een ongemakkelijke stilte. 3 weken lang niet vroeg opstaan, geen foute uur in de bus naar de wedstrijd, geen geregel aan de kraan om te zorgen dat de hijsbanden goed zitten, geen klamme handjes voor de start, geen onvervalste gezelligheid bij de start/finish, geen stress om de laatste veerboot terug te halen, gewoon alleen maar de wekelijkse trainingen.
9 juni kwam daar verandering in. Met de Kaagrace in Warmond op het programma kon rond de klok van zes de wekker uitgezet worden en de klaarstaande tas nog een keer nagelopen. Met het ontbijt achter de kiezen wordt het haventerrein opgezocht en de sloep gereedgemaakt om aan boord van de Friesland te gaan. In de salon treffen we de rest van het team en om 07:00 uur klinken de gebruikelijke 3 korte stoten van de scheepshoorn, ten teken het vertrek richting Harlingen.
Na een relatief eenzame reis -de Egbert Wagenborg was de enige andere WBS-sloep die naar de Kaag ging, en die waren vanwege de vroege starttijd al aan de wal- werd in Harlingen de sloep achter de bus gehangen, nog snel de Albert Heijn geplunderd en koers gezet naar de Bollenstreek. Met het -jawel- foute uur op de achtergrond vlammen we over de Afsluitdijk en na een rit van iets minder dan 2 uur komt de Kaagsociëteit in zicht. Daar wordt de sloep te water gelaten terwijl de laatste damesteams weggestart worden. De bus en trailer worden in het naastgelegen weiland geparkeerd, terwijl de sloep aan de kant wordt gelegd, waarna bij de bus wordt omgekleed.
Terwijl de meiden helemaal gesloopt over de finish komen wordt een ding duidelijk: het is warmer dan het lijkt en dit wordt een zware race. Met dat in het achterhoofd gooien we los en roeien we een stukje over de Zijl om de spieren mooi los te krijgen, en vlak nadat we omgekeerd zijn en weer met de punt richting de startlijn liggen krijgen we van de stuurman een briefing over het aanstaande. “Deze wedstrijd wordt waarschijnlijk een beetje hetzelfde als de Zaan.” klinkt het, “Als de Benwyvis in bloedvorm is weten ze hem er misschien bij te houden, maar de verwachting is dat we de hele wedstrijd alleen roeien.” Op zichzelf is dat voordelig, omdat je niemand hoeft in te halen, maar aan de andere kant is er dan ook niks waaraan je je kan optrekken. De laatste voorbereidingen worden getroffen terwijl we oplijnen voor de start. Met 9 andere sloepen liggen we tussen de 2 oranje boeien die de startlijn markeren, 9 sloepen die allemaal in de Hoofdklasse zitten, 9 sloepen die allemaal hard kunnen roeien, 9 sloepen die we, op een na, allemaal ver achter ons moeten laten.
Op een minuut voor de start wordt in de starttoren een vlag gehesen. Met de Orkaan aan bakboord, de Benwyvis vlak achter de eigen spiegel, en ook en Azorean High en de Bergenvaarder gespot is het duidelijk: Dit is een wedstrijd die ertoe doet. De laatste 10 seconden worden door de omroeper afgeteld en dan zijn we onderweg. De start is sterk, sterk genoeg om de Orkaan en Benwyvis geen kans te geven om op het roer te kruipen, en sterk genoeg om de Azorean High ruim een kilometer langszij te houden. We roeien richting het dorp Kaag, draaien daar om een eiland heen en zetten al gauw de tweede slinger in, die voert door een aantal smalle bochtige slootjes, compleet met overhangende bomen en bijna geen diepte. Tot dusver ging het prima, mooi onder het schema en de Lady glijdt soepel door het water. Dat wordt door het ondiepe water toch wat minder, de snelheid zakt er een beetje uit en het is werken om de gang erin te houden.
Gelukkig draaien we even later weer een meer op, wordt het weer dieper en komt er weer wat meer snelheid in. De tegenwind is hier zeker een factor, maar wel verkoelend. De Benwyvis wordt ondertussen steeds kleiner aan de horizon en verdwijnt regelmatig uit het beeld, we lopen nog steeds uit en zijn dus prima bezig.
Bij start/finish staan de dames te brullen, wat er even voor zorgt dat iedereen weer oplet. Dit is ook het begin van de derde en laatste lus in dit parcours. Op de kaart leek het niet ver, maar het was toch zeker een derde van de wedstrijd. Ook hier is de tegenwind een grote factor en is het echte vechten begonnen. Regelmatig even aanzetten, even de koppen dezelfde kant op en weer gaan. Het is afzien, maar we zitten nog steeds onder het schema. We passeren de enige brug in het parcours en vanaf daar is het nog 3 kilometer, nog iets meer dan een kwartier, het allerlaatste stukje, nog snel even drinken en dan maken we de wedstrijd vol. “Nog een kilometer” krijgen we te horen, alles moet eruit, van alle kanten zijn we mekaar aan het opzwepen, “Nog 300 meter, sprintje naar de Midsland!” Alles gaat op zwart en we knallen over de finish.
Uitgeput gaan de riemen op, de snelheid valt uit de sloep en het zit er weer op. Een van de roeiers heeft het dermate warm dat hij besluit om zelf het ruime sop te kiezen, wat gezien het feit dat andere sloepen nog aan hun eerste doorkomst bezig waren niet geheel tactisch was. Desondanks wordt de sloep naar de kant gebracht en kan de chauffeur de bus klaarzetten, waarna direct gekraand kan worden en klaargemaakt voor vertrek. Na het omkleden en een korte nabespreking vertrekken we vrij snel weer richting Harlingen, aangezien de prijsuitreiking pas om 18:00 uur zou beginnen, en de laatste veerboot écht niet wacht.
Onderweg zit de sfeer er goed in, en in no-time komt de Friese havenstad weer in zicht. Bij de terminal van rederij Doeksen druppelen de uitslagen binnen, en daaruit blijkt dat een tijd van 1 uur 41 minuten en 18 seconden goed is voor 97,36 watt, en een vijfde plaats! Na nog wat eten te hebben gescoord nemen we plaats in de bar van de Friesland, alwaar de avond ingeluid kan worden. De 2 uur durende overtocht is zoals altijd sneller om dan het lijkt, waarna voortgezet wordt naar de Zeevaart om het goede nieuws te brengen.